Week 15 O Cebreiro

Dag 99 Zondag 20 juli Mansilla de las Mulas - León 20 km. (2.049 km.).
Als we om 06.30 uur weggaan, is het nog wel fris maar gelukkig niet zo koud als gisterenmorgen. Het belooft vandaag een mooie dag te worden. Direkt na Mansilla de las Mulas wandelen we over een breed nieuw pad, evenwijdig aan de geasfalteerde weg tot in Puente de Villarente. Voorbij Valdelafuente, op 13 km. moeten we een stukje omhoog naar de Alto del Portillo naar 880 mtr. hoogte. Van hieruit zien we de stad León al liggen. Na de voorstad Puente del Castro, wandelen we al om 10.30 uur León binnen, een mooie schone stad waar het om deze tijd al aardig druk is in de binnenstad. In het centrum nauwelijks 100 mtr. voor de kathedraal lopen we een hotel binnen. De prijs voor een overnachting is heel acceptabel, dus boeken we maar meteen een kamer en laten we de rugzakken achter. Het is nog vroeg, we hebben de verdere dag voor het bezichtigen van deze stad. Het oude centrum heeft gezellige straatjes met veel bars en restaurants. Heel veel panden hebben mooie balkons met veel bloemen. De kathedraal Santa María de León is een van de belangrijkste kerken die in de Noord-Franse Gotische stijl zijn opgetrokken. In 1254 werd met de bouw begonnen maar werd pas in de 16e eeuw voltooid en later, nadat een deel was ingestort, gedeeltelijk verbouwd. Binnen baadt de kathedraal in het gekleurde licht van de gebrandschilderde ramen; sommige zijn middeleeuws, andere zijn nieuwer. We wandelen naar het Plaza Mayor, een groot plein, maar hier is nog niet veel te doen. Op het nabijgelegen Plaza San Martin, een veel kleiner pleintje, zijn veel barretjes en daar is het wel erg druk met Spanjaarden die het weekend vieren. Hierna bezoeken we nog de basiliek San Isidoro, een van de eerste grote romaanse bouwwerken en slenteren verder door de gezellige en drukke binnenstad.

Dag 100 Maandag 21 juli León - Villadangos del Páramo 22 km. (2.071 km.).
We beginnen vandaag aan onze 100e dag bij een temperatuur van net 10oC maar wel met een blauwe hemel en opkomende zon. Voor we León verlaten komen we langs het pelgrimshospitaal San Marcos en het Museo de León. Het schitterend mooie gebouw met de brede voorgevel stamt uit de tijd van de Katholieke Koningen en was zowel een pelgrimshospitaal als een commanderij van de Orde van Santiago. Het grootste deel van het hospitaal is verbouwd tot luxueuze parador maar de kerk in laatgotische Isabella-stijl is nog toegankelijk voor bezoekers. Jammer dat we hier gisteren niet zijn geweest. We gaan de brug over de Rio Bernesga over door Trobajo del Camino, een voorstad van León. Na 7,5 km. houden we een ontbijtstop in La Virgen del Camino waar we Beatriz en Marina, twee Spaanse dames woonachtig in de US, ook weer ontmoeten alsook John uit Austin. De etappe van vandaag is redelijk vlak, wel continu langs de weg. De eind-etappeplaats Villadangos del Páramo is geen mooie plaats; er loopt een drukke weg dwars doorheen en er is weinig overnachtingsmogelijkheid. In een Hostal nemen we onze intrek en 's-avonds blijkt dat zij een heel goed restaurant hebben.

Dag 101 Dinsdag 22 juli Villadangos del Páramo - Astorga 28 km. (2.099 km.).
We vertrekken al om 06.15 uur. Het is nog donker dus moeten we nog een zaklamp gebruiken. De eerste 11 km. lopen we op een pad welke langs de weg ligt en waar veel irrigatiekanalen liggen. Heel vernuftig hoe dat vroeger is aangelegd. Bij binnenkomst van Hospital de Órbigo, een mooi oud plaatsje, steken we de Rio Orbigo over middels een 200 mtr. lange middeleeuwse brug. Na nog een paar kleine dorpjes is er een lichte stijging naar de hoogvlakte van de Páramo. Het lijkt hier veel op een heivlakte met in de verte de bergen Montes de León. De paden zijn bezaaid met keien en kiezelstenen waar we wel een beetje genoeg van krijgen maar waarvan we nog vele zullen krijgen. Om 12.00 uur zijn we bij de Cruceiro Toribio en hebben we uitzicht op Astorga met zijn grote kathedraal. In een voorstadje San Justo de la Vega pauzeren we met Beatriz en Marina. Deze 2 vriendinnen stoppen in Astorga om volgend jaar weer een stuk van de camino te wandelen. Overal in Astorga zijn herinneringen aan de Romeinse tijd te zien: de Romeinse stadsmuren, poort, huizen, tempels en een stelsel van kanalen. In de kathedraal is een rijkbewerkt hoogaltaar, zoals we al velen hebben gezien in de spaanse kerken en kathedralen. Er naast staat het bisschoppelijk paleis, gebouwd van 1889 tot 1913 naar plannen van de bekende architect Antonio Gaudi. Astorga is ook bekend van zijn chocolade en speciale cake. Op een terras ontmoeten we Bonnie en Chris, een stel uit Colorado (US) waar we lang mee hebben zitten kletsen. Op de grote en mooie Plaza Mayor hebben we nog zitten genieten van de spaanse tapas. Ook Astorga is weer zo'n ontzettend mooie en voor ons onbekende plaats.

Dag 102 Woensdag 23 juli Astorga - Rabanal del Camino 20 km. (2.119 km.).
Het land van de Maragatos, de bewoners van dit gebied, is beroemd vanwege zijn klederdrachten en oude gebruiken. Het is een prachtig gebied aan de voet van de bergen. De grond, rotsen en huizen in dit gebied hebben allemaal een roodachtige kleur. Vroeger liep de camino door het plaatsje Castrillo de los Polvazares waar deze rode tint heel karakteristiek is. We pauzeren in Santa Catalina de Somoza, een mooi spaans dorpje met vele barretjes. Dit plaatsje is kenmerkend voor de vele dorpen langs de St. Jacobsroute; alle belangrijke gebouwen staan er langs de sirga, de dorpsstraat. We wandelen verder, licht stijgend, door bosachtig en dor grasgebied met uitzicht op de bergen de "Montes de León". Hier moeten we morgen over! Rabanal del Camino ligt op 1.150 mtr. boven zeespiegel. De plaats is tegenwoordig volledig op het toerisme ingesteld, vooral op bedevaartgangers naar Santiago. Zoals in zoveel plaatsen langs de camino zijn straten, winkels en restaurants naar de camino vernoemd en hebben huizen vaak een of meerdere schelpen als ornament op hun huis laten aanbrengen. Bij de Pizzeria ontmoeten we Eric uit Montreal Canada. Hij heeft 3 weken vakantie die hij geheel aan de camino besteedt.

Dag 103 Donderdag 24 juli Rabanal del Camino - Molinaseca 25 km. (2.144 km.).
Het zou vandaag een lange en zware etappe van 32 km. worden omdat we één plaats na de etappeplaats zouden doorlopen. Uiteindelijk blijven we na 25 km. op de etappeplaats steken vanwege het mooie plaatsje. We moeten klimmen van 1.150 mtr. naar 1.515 mtr. Ook wordt het vandaag een bijzondere en indrukwekkende etappe; in deze etappe zit nl. de Cruz de Ferro op de Montes de León. Op een grote hoop stenen staat een boomstam van 5 mtr. hoog met een ijzeren kruis erbovenop. Pelgrims leggen hier een van huis uit meegebrachte steen neer, als symbool van de last die ze dragen en waarvan ze zich kunnen bevrijden door hun pelgrimstocht naar Jacobus. Dat gaan wij dus ook doen. Het is nog donker, dus moeten we de zaklamp gebruiken om de kuilen en de keien op het pad te kunnen zien. Het eerste dorpje, Foncebadón ligt in een dal op 1.440 mtr. hoogte en doet een beetje mysterieus aan doordat het dorpje in een laaghangende wolk ligt. Het landschap is nu geheel anders dan de voorgaande dagen doordat we nu in de bergen wandelen. Om ons heen bergen met in de dalen de laaghangende bewolking. Als we bij de Cruz de Ferro aankomen zien we het kruis op de berg stenen in een bocht van de weg liggen met een grote parkeer- en picknickplaats erbij. Dit hadden wij ons, en ook de andere pelgrims, heel anders voorgesteld. Een steentje bij de Cruz de Ferro leggen zou een indrukwekkende gebeurtenis moeten zijn maar dat is het niet helemaal geworden. Wij leggen ons steentje bij het kruis bovenop de hoop stenen. Anderen laten de steen vallen of gooien het neer, iedereen op zijn manier en met daarbij zijn eigen gedachten. Na een half uurtje wandelen we verder naar de Collado de las Antenas op 1.515 mtr. hoogte, het hoogste punt van vandaag, over keienpaden. Zolang we over de bergrug wandelen, kijken we neer op de dalen met daarin de laaghangende bewolking. Het is hier prachtig met veel bloeiende heide en andere soorten bloemen. Je ruikt de kruiden, ziet de bloeiende planten en je hoort de insecten zoemen. Na Acebo gaat het km's lang vrij steil naar beneden over weer rots- en keienpaden en als de zon doorkomt wordt het ook nog eens heel warm. Rond 13.00 uur zien we beneden in het dal Molinaseca liggen. Dit is een heel erg mooi dorpje aan de rivier Rio Muruelo waar diverse pelgrims het water zijn ingegaan. Dit was geen gemakkelijke maar wel een heel mooie dag geweest.

Dag 104 Vrijdag 25 juli Molinaseca - Villafranca del Bierzo 31 km. (2.175 km.).
Vandaag wel een lange etappe dus gaan we om 06.00 uur weg. Het is nog donker maar omdat we de eerste 8 km. over de weg gaan met de lantaarnpalen nog aan, vormt dat geen probleem. De eerste grote plaats is Ponferrada waarvan de economie afhankelijk is van de mijnen uit de omgeving. Al sinds de Romeinse tijd zijn er in dit gebied mijnen; de grootste goudmijnen lagen in de Medulas, ten zuiden van de stad. De oude stad wordt in hoge mate bepaald door de bedevaart naar Santiago. De burcht is gebouwd in de tijd dat de tempeliers hier waren gevestigd (1178-1312). Dit is een van de best bewaard gebleven kastelen van Spanje. In Camponaraya, op 17,5 km. op de etappe, is een grote coöperatie van wijnproducenten waar pelgrims worden uitgenodigd om een glas wijn te proeven voor € 1,50 incl. 1 tapa. Het is pas 10.00 uur, dus we delen samen de tapa én het wijntje. Vanaf hier wandelen we tot Villafranca tussen de wijngaarden door, waarvan de meeste wijngaarden er niet netjes onderhouden bij liggen. In Cacabelos nemen we een lange pauze; het is erg warm geworden en na de 23 km. vòòr 12.00 uur waren we ook behoorlijk moe. De route gaat verder door glooiend gebied. Om 14.30 uur zijn we in Villafranca del Bierzo, ook wel Klein Santiago genoemd vanwege het grote aantal kerken en pelgrimsherbergen dat hier in de middeleeuwen stond. In het stadje zijn diverse markten en alle terrassen zitten stampvol. Wellicht is het vandaag een feestdag en hebben de Spanjaarden hier vandaag een vrije dag vanwege de geboortedag van St. Jacobus. Vanwege de drukte lopen we 3 kwartier te zoeken naar een hostal, welke we niet kunnen vinden. Op de Plaza Mayor hebben we bij binnenkomst een hotel gezien, dus daar gaan we terug naartoe. We hebben de laatste hotelkamer. Gelukkig!

Dag 105 Zaterdag 26 juli Villafranca del Bierzo - Vega de Valcarce 18 km. (2.193 km.).
Bij het verlaten van de stad Villafranca blijkt dat dit stadje nog veel mooie oude gebouwen heeft. Jammer dat we daar gisteren geen tijd voor genomen hebben deze te bezichtigen. Dat is wel weer een reden er nog eens terug te gaan. We wandelen door het gebergte Sierra del Caldeiron van 505 mtr. hoogte in Villafranca naar 630 mtr. in Vega de Valvarce. Na bijna 10 km. gaan we in Trabadelo ontbijten waar we een Nederlandse man ontmoeten die in Nieuw-Zeeland woont en een paar dagen met zijn zoon de camino loopt. De camino is werkelijk wereldwijd bekend. In La Portela de Valcarce lopen we een klein kerkje binnen. Hier steken we een paar kaarsjes op. In vrijwel alle kerken en kathedralen in Spanje kunnen geen echte kaarsen meer opgestoken worden maar staan er alleen nog elektrische kaarsen waarvan er eentje oplicht als je er een munt in werpt. Wij vinden dat niet echt en daarom vinden wij het zo mooi dat dat in dit kerkje nog wel kan. De etappe van vandaag was kort en vrij vlak waardoor we al vroeg in Vega de Valvarce zijn. We zien dat een bakker kamers verhuurt en gaan daar informeren. Het blijkt dat de bakker aan de overkant een huis heeft waar hij meerdere kamers verhuurt. Wij nemen hier een kamer en blijven die dag de enigen. Wel gemakkelijk een heel huis voor onszelf.

Dag 106 Zondag 27 juli Vega de Valcarce - O Cebreiro 12 km. (2.205 km.).
Het wordt vandaag een korte, maar wel heel zware etappe; de beklimming van de Cebreiro naar 1.330 mtr. hoogte. Onze "bakker" was om 07.00 uur nog niet open, dus gaan we maar zonder ontbijt weg. Onderweg zal er wel weer genoeg open zijn. De eerste km.'s gaan over asfalt, dan gaat de klim beginnen over rotspaden naar La Faba op 900 mtr. Het pad loopt eerst een beekdal in en gaat daarna aan de overkant van het dal steil omhoog. Hier lopen we door loofbos. In de eerste 2 dorpjes was nog niets open maar in La Faba is gelukkig wel een bar open waar we wat kunnen eten en water kunnen kopen. Het is al warm geworden maar nog wel lekker om te wandelen. Hierna volgt een steile klim over een rotspad naar La Laguna op 1.200 mtr. hoogte. Vanaf hier hebben we mooi uitzicht op de bergen van Cordillera Cantabrica. Vanaf La Laguna is het nog 2,8 km. naar O Cebreiro. Even voor O Cebreiro passeren we een grote steen die de grens aangeeft met de provincie Galicië. Volgens een Jacobssteen is het nu nog maar 151,5 km. naar Santiago. Om 11.00 uur arriveren we al in O Cebreiro. Hier staan diverse palloza's, lage ronde of langwerpig-ronde gebouwen van natuursteen met een brede houten kap die aan de onderkant tot vlak bij de grond doorloopt en met stro is bedekt. Dit eeuwenoude bouwtype komt tegenwoordig praktisch alleen nog voor in de sierras tussen Galicië en Léon-Castilla. Het is druk in O Cebreiro, zowel met pelgrims als met toeristen/dagjesmensen. Na het inchecken in Hotel O Cebreiro gaan we naar het kerkje waar om 12.00 uur een mis begint. Chris leest ook nog een lezing voor. Na de mis een wandeling door het dorpje. O Cebreiro ligt precies op de top van de berg Cebreiro en aan beide kanten van het dorp hebben we een mooi uitzicht op de omliggende bergen. O Cebreiro was een belangrijke bedevaartplaats op weg naar Santiago. Hierna gaan we het reisverslag bijwerken; dachten we!! Dan blijkt dat de tekst van bijna geheel week 15 is verdwenen!! 's-Middags nog een paar keer nagekeken maar het verslag van week 15 is en blijft weg! Flink balen. We laten het er verder maar bij zitten en gaan in het hotel het pelgrimsmenu eten.